
happig op bijv.naamw. Uitspraak: [ ˈhɑpəx ɔp ]
happig op iets zijn (iets graag willen hebben) 'Nederlanders zijn nog steeds happig op kip.' .
Gevonden op
https://www.woorden.org/woord/happig op

happig op bijv.naamw. Uitspraak: [ ˈhɑpəx ɔp ]
happig op iets zijn (iets graag willen hebben) 'Nederlanders zijn nog steeds happig op kip.' .
Gevonden op
https://www.woorden.org/woord/happig op
Geen exacte overeenkomst gevonden.